top of page

Relatie Endocannabinoïde Systeem & Kanker

ECS signalling system in cancer.jpg

ECS signalling pathways bij kanker

De biologische rol van het endocannabinoïde systeem (ECS) binnen de pathofysiologie van kanker is niet volledig duidelijk [1], maar de meeste studies suggereren dat cannabinoïde (CB) receptoren en hun endogene liganden in tumorweefsel opgereguleerd zijn; suggererend dat het ECS overactief is [2-15]. Daarnaast is overexpressie van ECS-componenten gecorreleerd met tumor agressiviteit [16-18]. Sommige studies wijzen op een tumorsuppressieve rol van het ECS; bijvoorbeeld opregulatie van endocannabinoïd-degraderende enzymen werd geobserveerd in agressieve humane kankers en kanker cellijnen [18]. Bij pancreas tumorcellen is sprake van overexpressie van de CB1 receptor waarbij activatie van de ceramide pathway (CB2) tot apoptose leidt [45-47].

Activatie van het ECS via cannabinoïden heeft invloed op vele essentiële celprocessen en signalling pathways die cruciaal zijn voor de ontwikkeling van tumoren [18,19,20]. Cannabinoïden kunnen bijvoorbeeld celcyclus arrest induceren, apoptose stimuleren en proliferatie, migratie en angiogenese inhiberen (figuur 5) [18,19]. Naast CB-receptor gemedieerde (CB1 en CB2) cannabinoïde effecten, zijn er aanwijzingen dat deze processen ook CB-receptor onafhankelijk (onder andere via TRPV1, 5-hydroxytryptamine [5-HT]3 of nicotine acetylcholine receptor [nAChR]) [18] wat suggereert dat moleculaire mechanismen die onderliggend zijn aan antitumor activiteit van cannabinoïden zelf veel complexer zijn dan oorspronkelijk gedacht. 

De anti-tumorale eigenschappen van Cannflavines

Ondanks het feit dat wetenschappers al sinds de jaren 80 weten van het bestaan van de groep cannflavines - als natuurlijk element van cannabis binnen de groep van ca 25 flavonoïden - afweten, geniet hun therapeutische waarde relatief grote onbekendheid onder het grote publiek, waaronder veel artsen en therapeuten die goed bekend zijn met medicinale cannabis. Cannflavine A en cannflavine B werden in 1986 al ontdekt door onderzoeker Marilyn Barrett van de University of London School of Farmacy [21]. Een belangrijke ontdekking was dat cannflavine A 30 keer krachtiger Prostaglandine E2 (PGE2) inhibeert dan aspirine en een anti-inflammatoire potentie heeft intermediair tussen aspirine en dexamethason [22]. Een belangrijk gegeven is dat inflammatie, met PGE2 als belangrijkste actieve metaboliet, een hoofdrol speelt in de ontwikkeling van kanker. PGE2 wordt tevens geproduceerd door stromale kankercellen en verbetert tumorcelproliferatie en -overleving, stimuleert angiogenese en induceert metastasering [23]. Direct geassocieerd met een toegenomen PGE2 productie is er ook sprake toegenomen levels van microsomaal prostaglandine E2 synthase-1 (mPGES-1) in verschillende soorten kanker, waaronder bij alvleesklierkanker [24, 25]. mPGES-1 is het terminale enzym wat verantwoordelijk is voor de productie van PGE2 - en is daarom ook een aantrekkelijk target geworden voor de behandeling van inflammatie en diverse kankersoorten. Meer dan twintig jaar zijn gepasseerd sinds de ontdekking van mPGES-1, maar tot op de dag van vandaag zijn er geen goed gekeurde mPGES-1 inhibitors [26]. Het onderzoek van Werz et al laat daarentegen wel een veelbelovend resultaat zien; Zowel Cannflavin A alsmede Cannflavin B blokkeren mPGES-1 activiteit en zijn daarmee belangrijke potentiële antineoplastische therapeutica, [27], waaronder een recentelijk getest onnatuurlijke (synthetische) isomeer van Cannflavin B [FBL-03G], die veel belovende resultaten bij muizen met pancreaskanker laat zien [28].  Voorts zijn er onderzoeken die tevens rapporteren over een antivirale, antibacteriële en antiparasitaire werkingen, waarnaast neuroprotectieve en antioxidante eigenschappen van deze verbindingen [27, 29-31]. 

Helaas is het percentage van cannflavines in de plant (stengels en bladeren van Cannabis Sativa L. en gekiemde hennepzaden) zeer laag (ca. 0,014%), wat inhoudt dat je voor een therapeutisch effect er heel wat van (hoeveel is onduidelijk) moet eten. Hoogstwaarschijnlijk zal een regelmatige inname tijdens de maaltijden wel een preventief effect hebben op ontsteking gemedieerde aandoeningen [57]. Helaas zijn de gangbare cannabisextractie methoden niet geschikt voor flavonoïdextractie, maar ook niet voor extractie van de andere therapeutische elementen als de cannabinoïden-acids en terpenen. Het is dus essentieel de juiste extractiemethode te hanteren, waarbij je een zo authentiek mogelijke afspiegeling krijgt van de hele plant in het extract. Bovenstaande informatie zijn serieuze argumenten in het pleidooi voor vervaardiging van ware full-spectrum plantextracten - in plaats van isolatie of distillaten - waarin de natuurlijk balans van de elementen in de plant behouden zijn gebleven om gebruik te kunnen maken van het entourage effect.

Bijgevoegd aan dit artikel is een bijlage met de analyse een van de extracten van CBD Spain (Max). In dit extract wordt de hoogste waarde cannflavines: cannflavin A : 700,4 ppm (omgerekend 0,07%), B: 464,7 ppm (omgerekend 0,05%) en C: 289,5 ppm (omgerekend 0,03%). Ten opzichte van de ruwe plant is dit een aanzienlijke toename in beschikbaarheid. Deze waarden zijn nog niet eerder getoond, wat maakt dat dit extract van CBD Spain op dit moment uniek is. Dat andere fabrikanten deze informatie niet tonen kan gelegen zijn in 2 redenen: 1. de cannflavines zitten er niet of nauwelijks in of 2. er is niet op getest. Dit laatste scenario is sowieso aan de hand, aangezien het testen op cannflavines nog in de kinderschoenen staat vanwege de relatieve onbekendheid van cannflavines in de industrie en de markt. Daarnaast is het op dit moment nog een zeer dure aangelegenheid vanwege onder andere de hoge kosten die gemoeid zijn voor de waarborging van zuiver referentiemateriaal. Belangrijk te weten is dat ook de synthetische vorm van cannflavin een hoge prijs kent. De richtprijs is 577 euro per mg. 

Link naar Referenties

Dr. Christina Sanches ontdekte de anti-humorale eigenschappen van THC

bottom of page